Spass am Rennsteig
Wedstrijdverslag
19 mei 2007
Eisenach
Spass am Rennsteig.Na 6 maanden van voorbereiding en training, het Boek van Jan Knippenberg, “De mens als duurloper” in mijn sporttas, tezamen met alle loopkleding die ik mogelijkerwijze maar nodig kon hebben, ben ik afgereisd naar Schmiedefeld am Rennsteig (Duitsland). Op zaterdag 19 mei werd daar voor de 35 ste keer de Rennsteiglauf gelopen.Schmiedefeld ligt in het midden van het Thüringerwald, Duitsland. De loop gaat over de bergtoppen van dit middelgebergte en start in Eisenach (200m) Het hoogste punt is 944 m. De finish is in Schmiedefeld am Rennsteig. Daar hebben wij een vakantiehuisje dus helemaal toevallig dat ik nu juist daar en ultra wil lopen is het niet.De Rennsteiglauf is Europa’s grootste en langste crossloop volgens de organisatie. Wat mij betreft klopt dat helemaal. Lang, 72,3 km. Crossloop, alleen maar bospad, steenslag en boomwortels. Groot, ruim 1900 deelnemers aan de ultraloop en zeker 12000 deelnemers aan de andere afstanden. Mijn trainingsmaat en vraagbaak van de afgelopen maanden, Wim van Dam, heeft ook besloten om aan deze loop mee te doen. Daar ben ik erg blij mee, want voor mij is het de eerste keer dat ik zo’n ultra doe. Wim daarentegen heeft er al zeker 15 op zijn naam staan. Wim komt samen met zijn vrouw, Gerda en kinderen, Loes en Maurits op donderdag in Schmiedefeld aan. Vrijdag staat in het teken van de voorbereiding want in de nacht van vrijdag op zaterdag vertrekt de bus al om 03.30 u naar de start in Eisenach. Alhoewel er ruim voldoende verzorgingsposten (16) onderweg zijn, vertrouw ik toch alleen maar op mijn eigen sportdrank en energierepen. Ik heb dan ook een heuptas met twee bidons en opbergvak waarin ik zakjes met Gatoradepoeder, gelletjes en repen heb gestopt. Aan de start steek ik nog twee bananen bij me, die ik het eerste uur wil opeten. De verzorgingsposten zijn een verhaal apart. Je kan er heel veel krijgen tot aan bier en braadworst toe! Boterhammen met kaas en worst, soep, een soort brinta noem maar op. Gelukkig ook gewoon water en bananen. Zelf neem ik vanaf km 35 vaak enkele slokken cola. Heerlijk.In het ochtendgloren klinkt het startschot om 6 uur. Wim en ik mogen eindelijk gaan lopen. Het is fris maar het beloofd een prachtige dag te worden. 1900 lopers wurmen zich het middeleeuwse stadshart van Eisenach (Geboorteplaats van Bach) uit. Vrijwel direct gaat het berg op. Dat zou doorgaan tot de Inselberg op 910 m. Ik loop met mijn hartslagmeter en houdt die goed in de gaten. Veel hoger dan 148 wil ik niet komen. Ik moet immers nog verder. Na 2.58 u komen we op het 25 km punt aan. Mijn HSF is gemiddeld 137. Prima dus. Ik merk al wel dat mijn benen wat stram zijn geworden. Vanaf dit punt had ik bedacht zouden we min of meer op hoogte blijven….. Dat viel me toch knap tegen. De bos-en bergpaden, een ongelijk oppervlak, kosten ook veel energie. Ik ben wel 5 keer gestruikeld, niet gevallen, maar ook geen lolletje. Km 40 bereiken we na 4.35 u. Over de helft zeg ik, maar volgens Wim kan je dat pas echt zeggen als je de 50 km gepasseerd bent. Wim heeft natuurlijk gelijk, maar dat merk ik dan pas. Onze 5 km tijden zijn gemiddeld 37 min. en overall is mijn HSF op 135 uitgekomen. Laag genoeg dus, maar het lukte me simpelweg niet meer om het tempo te verhogen. Mijn benen protesteerden daartegen. Niet met kramp of zo, daar heb ik geen last van gehad, maar algehele stijfheid en vermoeidheid. Vanaf km 54 daalt mijn HSF zelfs elke 5 km tot uiteindelijk129. Onderweg komen we ook veel deelnemers van de wandelafstanden tegen. Op de bospaden vind ik dat geen onverdeeld succes. Wij moeten uitwijken en lopen dan op het slechtste gedeelte van het pad. Pas bij km 54 verlaten zij de route. De gehele tocht komen we niet één keer door een dorp of zo. De gehele loop gaat door prachtige (naald) bossen met zo hier en daar mooie panorama’s. Juist dan breek je weer je nek over een wortel of zo iets. Tussen de verschillende verzorgingsposten door is het stuivertje wisselen met je mede lopers. Je blijft elkaar tegenkomen. Al zijn er toch ook veel lopers die schijnbaar moeiteloos ook bergop nog kunnen blijven hardlopen. Ik moet dan al lang wandelen. Mensen die zo op het oog niet echt getraind kunnen zijn, blijken ware klipgeiten en hen verlies ik dan ook uit het oog. Ondertussen is de temperatuur gestegen naar zo’n 20 graden en er staat een koele bergwind die we tegen hebben. Heerlijk loopweer dus. Wim maant me om vooral goed te blijven drinken. Per 40 min lukt het me moeiteloos om een bidon leeg te drinken. Het gevolg is weer wel dat ik vaak een boom moet opzoeken. Maar die staan er zat. Bij de verzorgingsposten probeer ik de brinta, hier Schleim geheten, daar lijkt het ook op. De soep gaat ook moeiteloos naar binnen. Bier en Bratwürst bewaar ik maar voor na de finish. Wim heeft inmiddels uitgerekend dat we de geplande 8 uur niet gaan halen. Hij schat dat 8.30 u moet kunnen. Mij maakt het niet meer uit terwijl ik nu ook bij het dalen af en toe moet wandelen als het te steil wordt. Bij de laatste verzorgingspost( Kreuzwege!) staat Gerda ons op te wachten. Ik denk dat we er dan al zijn, maar vergis me, we moeten dan nog 4,5 km. Dat is even een tegenvaller, maar het vooruitzicht op de finish maakt het snel goed. Moe maar heel erg voldaan komen we na 8.45 u in Schmiedefeld aan. Het Zielgelände is één bruisende massa van lopers en toeschouwers. Iedere finisher is een winnaar en wordt hartstochtelijk toegejuicht. Men maakt zich op voor wat later blijkt een waar volksfeest te worden. Vanaf zes uur begint in de grote feesttent (3000 man) een band te spelen en wanneer Wim en ik toch maar even gaan kijken om acht uur staat iedereen al op de banken en zingt, klapt, lacht, drinkt. Een hekseketel die de tent doet deinen en schudden. De lopers van de Supermarathon, herkenbaar aan hun witte finishers shirt doen om het hardst mee. Wij ook!
Eisenach
Spass am Rennsteig.Na 6 maanden van voorbereiding en training, het Boek van Jan Knippenberg, “De mens als duurloper” in mijn sporttas, tezamen met alle loopkleding die ik mogelijkerwijze maar nodig kon hebben, ben ik afgereisd naar Schmiedefeld am Rennsteig (Duitsland). Op zaterdag 19 mei werd daar voor de 35 ste keer de Rennsteiglauf gelopen.Schmiedefeld ligt in het midden van het Thüringerwald, Duitsland. De loop gaat over de bergtoppen van dit middelgebergte en start in Eisenach (200m) Het hoogste punt is 944 m. De finish is in Schmiedefeld am Rennsteig. Daar hebben wij een vakantiehuisje dus helemaal toevallig dat ik nu juist daar en ultra wil lopen is het niet.De Rennsteiglauf is Europa’s grootste en langste crossloop volgens de organisatie. Wat mij betreft klopt dat helemaal. Lang, 72,3 km. Crossloop, alleen maar bospad, steenslag en boomwortels. Groot, ruim 1900 deelnemers aan de ultraloop en zeker 12000 deelnemers aan de andere afstanden. Mijn trainingsmaat en vraagbaak van de afgelopen maanden, Wim van Dam, heeft ook besloten om aan deze loop mee te doen. Daar ben ik erg blij mee, want voor mij is het de eerste keer dat ik zo’n ultra doe. Wim daarentegen heeft er al zeker 15 op zijn naam staan. Wim komt samen met zijn vrouw, Gerda en kinderen, Loes en Maurits op donderdag in Schmiedefeld aan. Vrijdag staat in het teken van de voorbereiding want in de nacht van vrijdag op zaterdag vertrekt de bus al om 03.30 u naar de start in Eisenach. Alhoewel er ruim voldoende verzorgingsposten (16) onderweg zijn, vertrouw ik toch alleen maar op mijn eigen sportdrank en energierepen. Ik heb dan ook een heuptas met twee bidons en opbergvak waarin ik zakjes met Gatoradepoeder, gelletjes en repen heb gestopt. Aan de start steek ik nog twee bananen bij me, die ik het eerste uur wil opeten. De verzorgingsposten zijn een verhaal apart. Je kan er heel veel krijgen tot aan bier en braadworst toe! Boterhammen met kaas en worst, soep, een soort brinta noem maar op. Gelukkig ook gewoon water en bananen. Zelf neem ik vanaf km 35 vaak enkele slokken cola. Heerlijk.In het ochtendgloren klinkt het startschot om 6 uur. Wim en ik mogen eindelijk gaan lopen. Het is fris maar het beloofd een prachtige dag te worden. 1900 lopers wurmen zich het middeleeuwse stadshart van Eisenach (Geboorteplaats van Bach) uit. Vrijwel direct gaat het berg op. Dat zou doorgaan tot de Inselberg op 910 m. Ik loop met mijn hartslagmeter en houdt die goed in de gaten. Veel hoger dan 148 wil ik niet komen. Ik moet immers nog verder. Na 2.58 u komen we op het 25 km punt aan. Mijn HSF is gemiddeld 137. Prima dus. Ik merk al wel dat mijn benen wat stram zijn geworden. Vanaf dit punt had ik bedacht zouden we min of meer op hoogte blijven….. Dat viel me toch knap tegen. De bos-en bergpaden, een ongelijk oppervlak, kosten ook veel energie. Ik ben wel 5 keer gestruikeld, niet gevallen, maar ook geen lolletje. Km 40 bereiken we na 4.35 u. Over de helft zeg ik, maar volgens Wim kan je dat pas echt zeggen als je de 50 km gepasseerd bent. Wim heeft natuurlijk gelijk, maar dat merk ik dan pas. Onze 5 km tijden zijn gemiddeld 37 min. en overall is mijn HSF op 135 uitgekomen. Laag genoeg dus, maar het lukte me simpelweg niet meer om het tempo te verhogen. Mijn benen protesteerden daartegen. Niet met kramp of zo, daar heb ik geen last van gehad, maar algehele stijfheid en vermoeidheid. Vanaf km 54 daalt mijn HSF zelfs elke 5 km tot uiteindelijk129. Onderweg komen we ook veel deelnemers van de wandelafstanden tegen. Op de bospaden vind ik dat geen onverdeeld succes. Wij moeten uitwijken en lopen dan op het slechtste gedeelte van het pad. Pas bij km 54 verlaten zij de route. De gehele tocht komen we niet één keer door een dorp of zo. De gehele loop gaat door prachtige (naald) bossen met zo hier en daar mooie panorama’s. Juist dan breek je weer je nek over een wortel of zo iets. Tussen de verschillende verzorgingsposten door is het stuivertje wisselen met je mede lopers. Je blijft elkaar tegenkomen. Al zijn er toch ook veel lopers die schijnbaar moeiteloos ook bergop nog kunnen blijven hardlopen. Ik moet dan al lang wandelen. Mensen die zo op het oog niet echt getraind kunnen zijn, blijken ware klipgeiten en hen verlies ik dan ook uit het oog. Ondertussen is de temperatuur gestegen naar zo’n 20 graden en er staat een koele bergwind die we tegen hebben. Heerlijk loopweer dus. Wim maant me om vooral goed te blijven drinken. Per 40 min lukt het me moeiteloos om een bidon leeg te drinken. Het gevolg is weer wel dat ik vaak een boom moet opzoeken. Maar die staan er zat. Bij de verzorgingsposten probeer ik de brinta, hier Schleim geheten, daar lijkt het ook op. De soep gaat ook moeiteloos naar binnen. Bier en Bratwürst bewaar ik maar voor na de finish. Wim heeft inmiddels uitgerekend dat we de geplande 8 uur niet gaan halen. Hij schat dat 8.30 u moet kunnen. Mij maakt het niet meer uit terwijl ik nu ook bij het dalen af en toe moet wandelen als het te steil wordt. Bij de laatste verzorgingspost( Kreuzwege!) staat Gerda ons op te wachten. Ik denk dat we er dan al zijn, maar vergis me, we moeten dan nog 4,5 km. Dat is even een tegenvaller, maar het vooruitzicht op de finish maakt het snel goed. Moe maar heel erg voldaan komen we na 8.45 u in Schmiedefeld aan. Het Zielgelände is één bruisende massa van lopers en toeschouwers. Iedere finisher is een winnaar en wordt hartstochtelijk toegejuicht. Men maakt zich op voor wat later blijkt een waar volksfeest te worden. Vanaf zes uur begint in de grote feesttent (3000 man) een band te spelen en wanneer Wim en ik toch maar even gaan kijken om acht uur staat iedereen al op de banken en zingt, klapt, lacht, drinkt. Een hekseketel die de tent doet deinen en schudden. De lopers van de Supermarathon, herkenbaar aan hun witte finishers shirt doen om het hardst mee. Wij ook!