110 (1)
Wedstrijdverslag
03 oktober 2009
IJsselstein
110Begin april, bij een benzinestation in Lopik zag ik een foldertje staan van een Marathon in IJsselstein. Da’s leuk dacht ik, 42,2 km in en om IJsselstein. Het foldertje verdween langzaam naar de achterbank en ik vergat deze loop een beetje. Immers niet veel later konden we ons inschrijven voor de Natuurmarathon van 1 november in Lekkerkerk. Met mannen als Arie Visser, Arno Ruiter (beide met een dubbele nationaliteit : Start en Avantri) en Wim Nobel in mijn loopomgeving , spreek je al snel over niets anders meer dan die Natuurmarathon. Tot dat ik Jan Schinkel uit Benschop tijdens een wedstrijd tegen kwam en mij die IJsselsteinse Marathon weer te binnen schoot. Ik vroeg Jan of hij wist hoe het parcours was. Waarop hij vertelde dat de gehele marathon op een baan werd gelopen! Toen was mijn interesse pas goed gewekt. Marathon lopen op een baan leek mij echt te gek. Eind negentiende eeuw werden namelijk zeer geregeld heuse ultralopen georganiseerd op banen met tribunes waar het massaal aanwezige publiek kon wedden op de hardlopers. Deze lopers waren allen profi’s en verdienden zo een aardige boterham. Dat waren dan wel wedstrijden die een hele zondag duurden en langer. Tegenwoordig zijn er weer of nog steeds 12 en 24 uurs lopen op atletiekbanen. Jan Knippenberg beschrijft zo’n wedstrijd in zijn boek. Dit was een mooie gelegenheid om daar eens aan te ruiken. In IJsselstein is geen atletiekbaan maar wel een skeelerbaan van 386 meter. Op het middenterrein staat een grote feesttent waar tijdens de marathon allerlei bands optreden. De organisatie is uitstekend. Ze hebben op veel lopers en publiek gerekend en laten niets aan het toeval over. Het inschrijfgeld is fors € 35,--, maar dan steun je ook meteen de CliniClowns. Ik schrijf me pas twee dagen van te voren in en krijg startnummer 18. Op de wedstrijd dag zelf schrijft zich nog iemand in en komt de teller op 19. Bij de estafette marathon zijn in totaal nog zo’n 120 lopers. Naar mijn mening een te laag deelnemers aantal. De organisatie verdient meer. Alhoewel ik denk dat het op de baan al snel wel te druk kan worden. Vandaag hebben we daar geen last van. Er staat veel wind en aan het begin van de wedstrijd valt nog wat regen. De ronden worden geteld door middel van een soort chip aan je schoen. Op een gigantisch videoscherm kan je vervolgens zien hoe snel je loopt per ronde en het aantal rondes dat je gelopen hebt. De skeelerbaan is van beton en de estafettelopers en wij zijn van mekaar gescheiden door middel van dranghekken. Ik heb van te voren mijn eigen eten en drinken bij de verzorgingspost neergezet en kan dat makkelijk pakken. Ik wil met een lage hartslag deze marathon lopen maar heb toch van te voren uitgerekend dat 2.00 min per rondje me op een eindtijd van 3.39 u brengt. Net voor de start loop ik John Laprie tegen het lijf. John is IJsselstein en bekendheid merk ik aan de reacties van het publiek. Hij wil ongeveer 3.30 u lopen en na twee rondes haakt hij bij me aan. Wij lopen al pratende bijna 70 ronden samen op. Gezellig. John zijn hartslag is eigenlijk aan de hoge kant, 170, die van mij schommelt zo rond de . 145. Of te wel ca 25 slagen onder mijn omslagpunt. Het gaat me prima af. Ronden lopen is eigenlijk helemaal niet saai. Er is voldoende te beleven onderweg. Het publiek bijvoorbeeld en ik kan ook goed in de gaten houden hoe het met de andere lopers gaat. Er zijn twee sprekers die de wedstrijd voorzien van commentaar. Eén van hen heeft mij de avond te voren zelfs gebeld om wat info over mij te vergaren. Hij heeft dat bij iedere loper gedaan. Heel erg leuk. Het wedstrijd verloop verder is eigenlijk voorspelbaar. Die eerste 70 ronden worden we door een behoorlijk aantal lopers meerdere keren gedubbeld. Daarna gaat het kaarsje bij hen langzaam uit. Zoals te verwachten viel, gezien zijn al wat hoge hartslag, haakt ook John af en ik krijg de smaak te pakken van het inhalen van lopers. Ook de latere nummers 2,3,4 (Jan Schinkel en zoons Jody en Jeroen) krijgen het nu moeilijk. De rollen zijn nu omgekeerd, ik kan nu hén inhalen. Met rondjes van 1.42 gaat dat aardig, maar deze drie heren hebben in de eerste 70 ronden toch ruim voldoende voorsprong opgebouwd. Tijdens de eerste twintig rondjes heb ik blijkbaar een keer naast de tijdwaarnemingsmat gestapt want ik heb volgens de telling op het scorebord één ronde minder gelopen dan John. Er zit dus niets anders op dan door te lopen tot ook ik aangekomen ben bij ronde 110.
IJsselstein
110Begin april, bij een benzinestation in Lopik zag ik een foldertje staan van een Marathon in IJsselstein. Da’s leuk dacht ik, 42,2 km in en om IJsselstein. Het foldertje verdween langzaam naar de achterbank en ik vergat deze loop een beetje. Immers niet veel later konden we ons inschrijven voor de Natuurmarathon van 1 november in Lekkerkerk. Met mannen als Arie Visser, Arno Ruiter (beide met een dubbele nationaliteit : Start en Avantri) en Wim Nobel in mijn loopomgeving , spreek je al snel over niets anders meer dan die Natuurmarathon. Tot dat ik Jan Schinkel uit Benschop tijdens een wedstrijd tegen kwam en mij die IJsselsteinse Marathon weer te binnen schoot. Ik vroeg Jan of hij wist hoe het parcours was. Waarop hij vertelde dat de gehele marathon op een baan werd gelopen! Toen was mijn interesse pas goed gewekt. Marathon lopen op een baan leek mij echt te gek. Eind negentiende eeuw werden namelijk zeer geregeld heuse ultralopen georganiseerd op banen met tribunes waar het massaal aanwezige publiek kon wedden op de hardlopers. Deze lopers waren allen profi’s en verdienden zo een aardige boterham. Dat waren dan wel wedstrijden die een hele zondag duurden en langer. Tegenwoordig zijn er weer of nog steeds 12 en 24 uurs lopen op atletiekbanen. Jan Knippenberg beschrijft zo’n wedstrijd in zijn boek. Dit was een mooie gelegenheid om daar eens aan te ruiken. In IJsselstein is geen atletiekbaan maar wel een skeelerbaan van 386 meter. Op het middenterrein staat een grote feesttent waar tijdens de marathon allerlei bands optreden. De organisatie is uitstekend. Ze hebben op veel lopers en publiek gerekend en laten niets aan het toeval over. Het inschrijfgeld is fors € 35,--, maar dan steun je ook meteen de CliniClowns. Ik schrijf me pas twee dagen van te voren in en krijg startnummer 18. Op de wedstrijd dag zelf schrijft zich nog iemand in en komt de teller op 19. Bij de estafette marathon zijn in totaal nog zo’n 120 lopers. Naar mijn mening een te laag deelnemers aantal. De organisatie verdient meer. Alhoewel ik denk dat het op de baan al snel wel te druk kan worden. Vandaag hebben we daar geen last van. Er staat veel wind en aan het begin van de wedstrijd valt nog wat regen. De ronden worden geteld door middel van een soort chip aan je schoen. Op een gigantisch videoscherm kan je vervolgens zien hoe snel je loopt per ronde en het aantal rondes dat je gelopen hebt. De skeelerbaan is van beton en de estafettelopers en wij zijn van mekaar gescheiden door middel van dranghekken. Ik heb van te voren mijn eigen eten en drinken bij de verzorgingspost neergezet en kan dat makkelijk pakken. Ik wil met een lage hartslag deze marathon lopen maar heb toch van te voren uitgerekend dat 2.00 min per rondje me op een eindtijd van 3.39 u brengt. Net voor de start loop ik John Laprie tegen het lijf. John is IJsselstein en bekendheid merk ik aan de reacties van het publiek. Hij wil ongeveer 3.30 u lopen en na twee rondes haakt hij bij me aan. Wij lopen al pratende bijna 70 ronden samen op. Gezellig. John zijn hartslag is eigenlijk aan de hoge kant, 170, die van mij schommelt zo rond de . 145. Of te wel ca 25 slagen onder mijn omslagpunt. Het gaat me prima af. Ronden lopen is eigenlijk helemaal niet saai. Er is voldoende te beleven onderweg. Het publiek bijvoorbeeld en ik kan ook goed in de gaten houden hoe het met de andere lopers gaat. Er zijn twee sprekers die de wedstrijd voorzien van commentaar. Eén van hen heeft mij de avond te voren zelfs gebeld om wat info over mij te vergaren. Hij heeft dat bij iedere loper gedaan. Heel erg leuk. Het wedstrijd verloop verder is eigenlijk voorspelbaar. Die eerste 70 ronden worden we door een behoorlijk aantal lopers meerdere keren gedubbeld. Daarna gaat het kaarsje bij hen langzaam uit. Zoals te verwachten viel, gezien zijn al wat hoge hartslag, haakt ook John af en ik krijg de smaak te pakken van het inhalen van lopers. Ook de latere nummers 2,3,4 (Jan Schinkel en zoons Jody en Jeroen) krijgen het nu moeilijk. De rollen zijn nu omgekeerd, ik kan nu hén inhalen. Met rondjes van 1.42 gaat dat aardig, maar deze drie heren hebben in de eerste 70 ronden toch ruim voldoende voorsprong opgebouwd. Tijdens de eerste twintig rondjes heb ik blijkbaar een keer naast de tijdwaarnemingsmat gestapt want ik heb volgens de telling op het scorebord één ronde minder gelopen dan John. Er zit dus niets anders op dan door te lopen tot ook ik aangekomen ben bij ronde 110.