Zuurstofschuld op de Mont Ventoux (2)


Wedstrijdverslag

09 augustus 2009
Mont Ventoux


Nog 1 bocht te gaan. Maar wat voor een bocht, in de Tour sloeg Gerate hier toe. In de binnenbocht is het zeker 25% stijgingspercentage. Ik moet een familie die het nodig vind hier te wandelen nog ontwijken. Cora en Stanja proberen met me mee te lopen. Nog even aanzetten, kippenvel, daar is de top. Euforie, ik heb het gehaald. Maar hoe? Ik hang in de hekken naar adem te happen. Dit is dus zuurstofschuld! Maandagochtend 3 augustus stappen we in de auto om naar Bedoin te rijden. Bedoin is voor wielerliefhebbers een zeer bekende plaats in het Zuiden van Frankrijk. Hier begint de meest beruchte klim, namelijk die naar de top van de Mont Ventoux.Dit jaar vieren wij vakantie in de Provence. We hebben de eerste 2 weken prachtig weer gehad met temperaturen van tegen de 36 graden. Het trainen ging gewoon door maar was vooral gericht op mijn wens om de Mont Ventoux vanaf Bedoin hardlopend te beklimmen. Na wat acclimatiseren en het beklimmen van Montagne de Lure, dit is een vergelijkbare berg maar iets minder steil en 18,3 kilometer, moet ik er maar klaar voor zijn.Midden in Bedoin ligt de streep waar het officiële beginpunt is. De eerste 5 kilometer is relatief vlak met een gemiddelde stijging van 5.5 % Ik loop lekker en inderdaad hier lukt het om de kilometers onder de 6 minuten te houden. Na een half uur bereik ik St. Esteve. Hier loopt een steile bocht naar links en loop je het bos in. Hier begint het echte werk. Het afzien kan beginnen. Het is belangrijk dat je in je ritme komt. Je moet geconcentreerd blijven en de juiste lijn op de weg volgen. Cora volgt mij met de auto en staat een keer of 5 aan de kant voor mentale support en het voor het vullen van mijn bidon. Ondanks de stukken van meer dan 10 % stijging lukt het me om de kilometers rond en soms onder de 6 minuten te houden. Op de helft van de klim na 11km haal ik een wielrenster uit België in en zij vertelde mij dat ik op dat moment 11km per uur liep. De eerste helft viel mij absoluut niet tegen en met 1.03u op de klok zit ik onder mijn verwachte 2.15u. Af en toe krijg je aanmoedigingen van de wielrenners of leuke opmerkingen. Een Hollandse jongen op een mountainbike vroeg mij of ik een lekke band had. Tot aan Chalet Reynard loopt het best goed. Maar na dit punt, daar waar de berg kaal wordt krijgt de wind inderdaad vrij spel. Het waait zo ontzettend hard dat ik begrijp waar de naam van de berg vandaan komt. Ik begin het na 16 kilometer toch wel moeilijk te krijgen en het tempo gaat er een beetje uit. Het optillen van je bovenbenen is niet meer zo vanzelfsprekend en het is knokken tegen de wind in. Toch vorder ik gestaag en de top is nu duidelijk in zicht. De kilometers kruipen langzaam naar me toe en af en toe moet ik mijn pet vasthouden anders blaast de wind hem van mijn hoofd af. Hier haal ik geen fietsers meer in maar stoempt er mij af en toe een voorbij. Daar staan opeens extra veel auto’s aan de linkerkant van de weg. Het monument voor Tom Simpson ligt er fleurig bij opgesierd met bloemen en bidons. Zoals vooraf voorgenomen neem ik bij het passeren mijn petje af ter nagedachtenis aan deze wielrenner die tot het uiterste ging om deze berg te beklimmen. Door oververhitting, uitdroging en amfetamine gebruik viel deze renner in de tour van 1967 hier dood van de fiets. Nu verder, nog ongeveer 2 kilometer te gaan, daar is de top daar mag er gestopt worden. Het is hier weer bijzonder steil maar ik blijf hardlopen. Daar is de laatste bocht. Ik hoor Cora al aanmoedigen, dit doet me goed. Hij is nog steiler dan gedacht. Nog 20 meter, Cora en Stanja rennen mee. Over de top loop ik en zo voel ik me ook. Hijgend en piepend moet ik even 10 minuten bijkomen. Het maken van een foto op de top laat mij weer voelen hoe hard het hier waait. Het bord waar ik tegenaan leun gaat letterlijk heen en weer van de wind. Met mijn tijd van 2.17u ben ik best tevreden. Na het kopen van snoep voor de kinderen dalen we met ons vieren deze bijzondere berg met de auto weer af.

Zoeken



Website sponsors