Marathon (8)
Wedstrijdverslag
11 april 2010
Rotterdam
Het is begin april, de marathon van Rotterdam nadert met rasse schreden. De vorm is goed, als het weer die dag goed is lijkt niets een poging voor 3.30 in de weg te staan, maardan slaat voor mij het noodlot toe. Ik word ziek, een buikgriep. Overgeven en nog eens overgeven, een flinke jas uitgedaan, maar ook dat komt wel weer goed, er is tenslotte nog meer dan een week te gaan. Na de buikgriep voel ik me slapjes en heel erg duizelig. Vooral die duizeligheid wil maar niet verdwijnen. Het gevolg is niet trainen op woensdag, niet lopen op mijn vrije dag, niet lopen bij de Parkloop of op beide Paasdagen. Balen als een stekker natuurlijk en die duizeligheid wil maar niet verdwijnen. Op de zaak weet ik me geen raad. Ik kom soms ´s-avonds thuis en ga eerst een uurtje naar bed om mijn ogen even rust te gunnen en even af te zijn van het heen en weer slingeren van de beelden voor mijn ogen. Ik besluit me maar eens te laten onderzoeken, dit is niet normaal.Uiteindelijk blijkt er een oorzaak voor mijn probleem, of twee oorzaken eigenlijk. Er is een virus op mijn evenwichtsorgaan en ik heb bloedarmoede. Aan het eerste is weinig te doen, dat moet vanzelf overgaan, maar aan het tweede probleem kan ik wel wat doen, staalpillen slikken. Vanaf donderdag neem ik twee keer per dag een pil in de hoop toch te kunnen starten, al is het tegen beter weten in. Zal er toch een onderbreking komen na 22 jaar achter elkaar Rotterdam ?De vrienden en kennissen roepen allemaal dat ik niet moet starten. Je speelt met je gezondheid roepen ze. Ergens weet ik dat ze gelijk hebben, maar Rotterdam is bij mij heilig als marathon. In iedere andere marathon was ik niet van start gegaan.Op vrijdag 9 april heb ik een dag vrij, geruild met de donderdag, om mijn startnummer toch op te gaan halen en er een leuk daagje Rotterdam aan vast te knopen met mijn vrouw.Na diverse dingen gedaan te hebben was het 16.00 uur en was ik helemaal verrot. Geen etentje in Rotterdam dan, maar snel naar huis en rusten. Waar begin ik aan.Na thuiskomst bereikte me het bericht dat Eva, het dochterje van Wim en Mirjam van Beuzekom op 12-jarige leeftijd was overleden. Wat een klap. De tranen schoten in mijn ogen toen ik het hoorde. Zelf hebben we helaas ook een kindje verloren, al was dat reeds bij de geboorte. Meteen schieten de gedachten door je hoofd wat de familie na alle ellende die ze de afgelopen tijd al hebben moeten meemaken nu weer te verwerken krijgt.Ik wens Wim, Mirjam, Sven en Amy veel sterkte toe om het verlies te verwerken.Op zaterdag moet ik weer werken. Nog steeds die duizelingen en slapjes na de dag van gisteren. Ik begin nu serieus te twijfelen aan deelname aan de marathon, dit kan nooit goed zijn. In de loop van de dag lijk ik me iets beter te voelen en bij thuiskomst ben ik niet zo moe dan de laatste dagen. Vroeg naar bed en er maar het beste van hopen.Zondag 11 april. De weersverwachting lijkt super. Wat wind, bewolking met kans op wat zon en slechts maximaal 12 graden. Dit zijn factoren die in mijn voordeel zijn en me kunnen helpen om mijn 23e marathon van Rotterdam tot een goed einde te brengen.Ik doe ook mee met het Nederlands kampioenschap voor veteranen. Om iedereen gelijke kansen te geven mag ik zelfs met alle veteranen (masters) in startvak A starten. Zoiets overkomt me nooit meer gezien mijn matige eindtijden. Net achter de toppers starten, super !Om 9.30 haalt de familie Kleijnendorst me op. René gaat een poging doen om een PR te lopen. Hij wil onder de 3.45 lopen en loopt samen met zijn vrienden Nico Koppe en Géjan Timmerman.We gaan met de metro en komen daar Ilona van Vliet en Janet Rietveld tegen die de 5 kilometer zullen gaan lopen. Inmiddels heb ik het leuke verslag van Janet gelezen en moet ik Janet feliciteren met haar prachtige PR net onder de 23 minuten. Keurige tijd.Op de Coolsingel aangekomen gaan we elk onze weg. René, Géjan en Nico gaan rechtsaf, ik ga linksaf richting de brandweerkazerne waar Lars, de man van Anita vd Hoek me heeft uitgenodigd om me om te kleden en te laten verzorgen.In de kazerne aangekomen tref ik Anita. Gezellig om haar weer eens te zien. Anita wil de 10 gaan lopen en hoopt onder de 45 minuten te lopen.Rustig maak ik me klaar voor één van mijn zwaarste beproevingen in mijn marathontijdperk. Ik heb geen idee hoe dit gaat aflopen, het is een raar soort ongemak.Ik begeef me naar startvak A. De tijd begint te dringen. Ik heb nog twee minuten. Ik mag startvak A niet in maar moet volgens de vrijwilliger via vak R naar vak A. Ik zoek naar R maar kan het zo snel niet vinden. Het is zoeken om een opening in het hek te vinden. Als ik eindelijk in het startvak sta blijkt dat ik in vak E sta, ver achter vak A en achter R die ik van daaruit ineens wel zie. Te weinig tijd om nog te wisselen van vak. Geen bevoorrechte positie dan maar, maar tussen de vele lopers mijn weg zien te vinden.Vanaf de start slalom ik tussen de lopers door. Mijn doel is uitlopen, maar in mijn achterhoofd hoop ik altijd op een tijd onder de 4 uur, al zal dat vandaag niet mogelijk zijn. Je weet het nooit.Ik wil in het begin in een tempo van 5 minuten per kilometer gaan lopen. Hoe verder ik ben voordat ik instort, hoe meer tijd ik nog over heb om de marathon uit te wandelen.Vanaf het begin gaat het goed, al is mijn hartslag al meteen erg hoog, rond de 160. Aan de hartslag merk ik dat mijn lichaam absoluut niet goed is. Ik zal opletten dat het niet veel hoger zal oplopen.De 5 kilometer gaat netjes in 24.57Marloes staat regelmatig langs de kant om me te steunen en te verzorgen, maar bij de 2 kilometer zie ik haar niet. Later krijg ik te horen dat ik wel mensen van Start gedag zeg, maar haar straal voorbij ben gelopen zonder haar te zien. Het was druk zullen we maar zeggen.Na de drankpost zie ik René, Nico en Géjan net achter me lopen. Ze lopen hun eigen race en ik die van mij.Ik ga onverdroten door in hetzelfde tempo. De tweede 5 kilometer gaat in 25.00 precies. Zodra ik regelmatig naar links en rechts kijk, maar vooral omhoog, dan begint alles te duizelen. Ik richt mijn blik dan ook maar op de weg, dan gaat het beter.Het tempo gaat langzaam wat omhoog zonder dat ik daar last van heb. Wel gaat de hartslag naar de 165. Hoger wil ik die niet laten komen.De tijd tussen de 10 en 15 gaat in 24.17 , wat eigenlijk wat te snel is, maar die afstand heb ik alvast te pakken.Tussen de 15 en 20 gaat het zelfs nog iets sneller in 24.10 waardoor ik de halve marathon zelfs binnen de 1.45 loop in 1.44.20 , 15 seconden sneller dan bij mijn PR in Apeldoorn, al weet ik nu al dat ik dit niet lang meer vol kan houden. De benen zijn moe en voelen zwaar. Ik probeer het wandelen zo snel mogelijk uit te stellen.Tussen de 20 en 25 kilometer loop ik 25.28 en zie de tijden wat oplopen. Onvoorstelbaar dat ik het al zo lang heb volgehouden. Tijdens het lopen moet ik veel denken aan Wim en zijn dochtertje Eva. Onwillekeurig spelen de beelden door mijn hoofd, ik kan er niets aan doen.Tussen de 25 en 30 is het lichaam op. Als ik bij Marry en Piet arriveer is het laatste beetje kracht verspeeld en moet ik stukjes gaan wandelen. De tussentijd op die 5 is 27.01 met een doorkomsttijd op de 30 van 2.30.53 , nog steeds super natuurlijk.Tussen de 30 en 35 is het afzien. De benen doen vreselijk zeer en het tempo zakt steeds verder weg. Ik heb nog steeds uitzichten op een mooie tijd onder de 4 uur, al zal het me nog heel veel kracht gaan kosten. Deze 5 kilometer gaan in 31.41 en ik reken uit dat ik nog door moet lopen. Wandelen mag, maar niet te lang, anders haal ik de 4 uur niet.Bij de 36 kilometer komen Nico en René me voorbij stuiven, ze hebben Géjan achter zich gelaten en stevenen af op hun gedroomde tijd onder de 3.45Net voorbij de 36 staat Marloes weer met een fles drank en pept me nog even op. Je gaat het halen man, fantastisch.Ik put hier weer wat moed uit en sla weer aan het dribbelen. Hardlopen is het nauwelijks te noemen. Bij de 39 aangekomen ben ik weer bij Marry en Piet. Piet loopt even met me mee om me aan te moedigen. Ik realiseer me dat ik de 4 uur ga halen. Bij de 40 kilometer kom ik door in 3.36.59 na een tussentijd op de 5 kilometer van zelfs 34.25Het lijkt eigenlijk weer wat beter te gaan. Ik loop in een heel rustig tempo zonder me nu echt kapot te voelen. De toeschouwers moedigen me aan en de laatste 500 meter richting de finish heb ik zelfs nog puf om te versnellen waarmee ik nog veel lopers inhaal. Mijn eindtijd blijft staan op 3.55.04 bruto en 3.50.25 netto. Fantastisch. Waar ik het vandaan heb gehaald weet ik niet, maar het is gelukt.Bij de finish zit ik eigenlijk helemaal niet kapot. De benen zijn op, maar ik kan gewoon blijven wandelen, anders dan in Apeldoorn, al is het parcours daar zwaarder.Het is nog een 2 kilometer lopen naar de kazerne terug waardoor ik veel van mijn verzuring eruit kan wandelen. In de kazerne kom ik Lars, de man van Anita tegen. Hij heeft aan de estafette meegedaan en ongeveer 13 kilometer gelopen.Na een lekkere douche en een kom soep met een broodje wandel ik naar metrostation Beurs waar ik Marloes tref die me weer meeneemt naar huis waar me een grote bos bloemen van mijn moeder wacht. Ze heeft via de gebrekkig werkende sms-service mijn eindtijd doorgekregen en is blij dat ik het er heelhuids vanaf heb gebracht.Moe maar zeer voldaan schrijf ik dit verslag. Eerst bijkomen en woensdag weer eens rustig gaan trainen. Aan een loopje denk ik nu nog niet, al zal er zondag best wel ergens wat gelopen gaan worden.
Rotterdam
Het is begin april, de marathon van Rotterdam nadert met rasse schreden. De vorm is goed, als het weer die dag goed is lijkt niets een poging voor 3.30 in de weg te staan, maardan slaat voor mij het noodlot toe. Ik word ziek, een buikgriep. Overgeven en nog eens overgeven, een flinke jas uitgedaan, maar ook dat komt wel weer goed, er is tenslotte nog meer dan een week te gaan. Na de buikgriep voel ik me slapjes en heel erg duizelig. Vooral die duizeligheid wil maar niet verdwijnen. Het gevolg is niet trainen op woensdag, niet lopen op mijn vrije dag, niet lopen bij de Parkloop of op beide Paasdagen. Balen als een stekker natuurlijk en die duizeligheid wil maar niet verdwijnen. Op de zaak weet ik me geen raad. Ik kom soms ´s-avonds thuis en ga eerst een uurtje naar bed om mijn ogen even rust te gunnen en even af te zijn van het heen en weer slingeren van de beelden voor mijn ogen. Ik besluit me maar eens te laten onderzoeken, dit is niet normaal.Uiteindelijk blijkt er een oorzaak voor mijn probleem, of twee oorzaken eigenlijk. Er is een virus op mijn evenwichtsorgaan en ik heb bloedarmoede. Aan het eerste is weinig te doen, dat moet vanzelf overgaan, maar aan het tweede probleem kan ik wel wat doen, staalpillen slikken. Vanaf donderdag neem ik twee keer per dag een pil in de hoop toch te kunnen starten, al is het tegen beter weten in. Zal er toch een onderbreking komen na 22 jaar achter elkaar Rotterdam ?De vrienden en kennissen roepen allemaal dat ik niet moet starten. Je speelt met je gezondheid roepen ze. Ergens weet ik dat ze gelijk hebben, maar Rotterdam is bij mij heilig als marathon. In iedere andere marathon was ik niet van start gegaan.Op vrijdag 9 april heb ik een dag vrij, geruild met de donderdag, om mijn startnummer toch op te gaan halen en er een leuk daagje Rotterdam aan vast te knopen met mijn vrouw.Na diverse dingen gedaan te hebben was het 16.00 uur en was ik helemaal verrot. Geen etentje in Rotterdam dan, maar snel naar huis en rusten. Waar begin ik aan.Na thuiskomst bereikte me het bericht dat Eva, het dochterje van Wim en Mirjam van Beuzekom op 12-jarige leeftijd was overleden. Wat een klap. De tranen schoten in mijn ogen toen ik het hoorde. Zelf hebben we helaas ook een kindje verloren, al was dat reeds bij de geboorte. Meteen schieten de gedachten door je hoofd wat de familie na alle ellende die ze de afgelopen tijd al hebben moeten meemaken nu weer te verwerken krijgt.Ik wens Wim, Mirjam, Sven en Amy veel sterkte toe om het verlies te verwerken.Op zaterdag moet ik weer werken. Nog steeds die duizelingen en slapjes na de dag van gisteren. Ik begin nu serieus te twijfelen aan deelname aan de marathon, dit kan nooit goed zijn. In de loop van de dag lijk ik me iets beter te voelen en bij thuiskomst ben ik niet zo moe dan de laatste dagen. Vroeg naar bed en er maar het beste van hopen.Zondag 11 april. De weersverwachting lijkt super. Wat wind, bewolking met kans op wat zon en slechts maximaal 12 graden. Dit zijn factoren die in mijn voordeel zijn en me kunnen helpen om mijn 23e marathon van Rotterdam tot een goed einde te brengen.Ik doe ook mee met het Nederlands kampioenschap voor veteranen. Om iedereen gelijke kansen te geven mag ik zelfs met alle veteranen (masters) in startvak A starten. Zoiets overkomt me nooit meer gezien mijn matige eindtijden. Net achter de toppers starten, super !Om 9.30 haalt de familie Kleijnendorst me op. René gaat een poging doen om een PR te lopen. Hij wil onder de 3.45 lopen en loopt samen met zijn vrienden Nico Koppe en Géjan Timmerman.We gaan met de metro en komen daar Ilona van Vliet en Janet Rietveld tegen die de 5 kilometer zullen gaan lopen. Inmiddels heb ik het leuke verslag van Janet gelezen en moet ik Janet feliciteren met haar prachtige PR net onder de 23 minuten. Keurige tijd.Op de Coolsingel aangekomen gaan we elk onze weg. René, Géjan en Nico gaan rechtsaf, ik ga linksaf richting de brandweerkazerne waar Lars, de man van Anita vd Hoek me heeft uitgenodigd om me om te kleden en te laten verzorgen.In de kazerne aangekomen tref ik Anita. Gezellig om haar weer eens te zien. Anita wil de 10 gaan lopen en hoopt onder de 45 minuten te lopen.Rustig maak ik me klaar voor één van mijn zwaarste beproevingen in mijn marathontijdperk. Ik heb geen idee hoe dit gaat aflopen, het is een raar soort ongemak.Ik begeef me naar startvak A. De tijd begint te dringen. Ik heb nog twee minuten. Ik mag startvak A niet in maar moet volgens de vrijwilliger via vak R naar vak A. Ik zoek naar R maar kan het zo snel niet vinden. Het is zoeken om een opening in het hek te vinden. Als ik eindelijk in het startvak sta blijkt dat ik in vak E sta, ver achter vak A en achter R die ik van daaruit ineens wel zie. Te weinig tijd om nog te wisselen van vak. Geen bevoorrechte positie dan maar, maar tussen de vele lopers mijn weg zien te vinden.Vanaf de start slalom ik tussen de lopers door. Mijn doel is uitlopen, maar in mijn achterhoofd hoop ik altijd op een tijd onder de 4 uur, al zal dat vandaag niet mogelijk zijn. Je weet het nooit.Ik wil in het begin in een tempo van 5 minuten per kilometer gaan lopen. Hoe verder ik ben voordat ik instort, hoe meer tijd ik nog over heb om de marathon uit te wandelen.Vanaf het begin gaat het goed, al is mijn hartslag al meteen erg hoog, rond de 160. Aan de hartslag merk ik dat mijn lichaam absoluut niet goed is. Ik zal opletten dat het niet veel hoger zal oplopen.De 5 kilometer gaat netjes in 24.57Marloes staat regelmatig langs de kant om me te steunen en te verzorgen, maar bij de 2 kilometer zie ik haar niet. Later krijg ik te horen dat ik wel mensen van Start gedag zeg, maar haar straal voorbij ben gelopen zonder haar te zien. Het was druk zullen we maar zeggen.Na de drankpost zie ik René, Nico en Géjan net achter me lopen. Ze lopen hun eigen race en ik die van mij.Ik ga onverdroten door in hetzelfde tempo. De tweede 5 kilometer gaat in 25.00 precies. Zodra ik regelmatig naar links en rechts kijk, maar vooral omhoog, dan begint alles te duizelen. Ik richt mijn blik dan ook maar op de weg, dan gaat het beter.Het tempo gaat langzaam wat omhoog zonder dat ik daar last van heb. Wel gaat de hartslag naar de 165. Hoger wil ik die niet laten komen.De tijd tussen de 10 en 15 gaat in 24.17 , wat eigenlijk wat te snel is, maar die afstand heb ik alvast te pakken.Tussen de 15 en 20 gaat het zelfs nog iets sneller in 24.10 waardoor ik de halve marathon zelfs binnen de 1.45 loop in 1.44.20 , 15 seconden sneller dan bij mijn PR in Apeldoorn, al weet ik nu al dat ik dit niet lang meer vol kan houden. De benen zijn moe en voelen zwaar. Ik probeer het wandelen zo snel mogelijk uit te stellen.Tussen de 20 en 25 kilometer loop ik 25.28 en zie de tijden wat oplopen. Onvoorstelbaar dat ik het al zo lang heb volgehouden. Tijdens het lopen moet ik veel denken aan Wim en zijn dochtertje Eva. Onwillekeurig spelen de beelden door mijn hoofd, ik kan er niets aan doen.Tussen de 25 en 30 is het lichaam op. Als ik bij Marry en Piet arriveer is het laatste beetje kracht verspeeld en moet ik stukjes gaan wandelen. De tussentijd op die 5 is 27.01 met een doorkomsttijd op de 30 van 2.30.53 , nog steeds super natuurlijk.Tussen de 30 en 35 is het afzien. De benen doen vreselijk zeer en het tempo zakt steeds verder weg. Ik heb nog steeds uitzichten op een mooie tijd onder de 4 uur, al zal het me nog heel veel kracht gaan kosten. Deze 5 kilometer gaan in 31.41 en ik reken uit dat ik nog door moet lopen. Wandelen mag, maar niet te lang, anders haal ik de 4 uur niet.Bij de 36 kilometer komen Nico en René me voorbij stuiven, ze hebben Géjan achter zich gelaten en stevenen af op hun gedroomde tijd onder de 3.45Net voorbij de 36 staat Marloes weer met een fles drank en pept me nog even op. Je gaat het halen man, fantastisch.Ik put hier weer wat moed uit en sla weer aan het dribbelen. Hardlopen is het nauwelijks te noemen. Bij de 39 aangekomen ben ik weer bij Marry en Piet. Piet loopt even met me mee om me aan te moedigen. Ik realiseer me dat ik de 4 uur ga halen. Bij de 40 kilometer kom ik door in 3.36.59 na een tussentijd op de 5 kilometer van zelfs 34.25Het lijkt eigenlijk weer wat beter te gaan. Ik loop in een heel rustig tempo zonder me nu echt kapot te voelen. De toeschouwers moedigen me aan en de laatste 500 meter richting de finish heb ik zelfs nog puf om te versnellen waarmee ik nog veel lopers inhaal. Mijn eindtijd blijft staan op 3.55.04 bruto en 3.50.25 netto. Fantastisch. Waar ik het vandaan heb gehaald weet ik niet, maar het is gelukt.Bij de finish zit ik eigenlijk helemaal niet kapot. De benen zijn op, maar ik kan gewoon blijven wandelen, anders dan in Apeldoorn, al is het parcours daar zwaarder.Het is nog een 2 kilometer lopen naar de kazerne terug waardoor ik veel van mijn verzuring eruit kan wandelen. In de kazerne kom ik Lars, de man van Anita tegen. Hij heeft aan de estafette meegedaan en ongeveer 13 kilometer gelopen.Na een lekkere douche en een kom soep met een broodje wandel ik naar metrostation Beurs waar ik Marloes tref die me weer meeneemt naar huis waar me een grote bos bloemen van mijn moeder wacht. Ze heeft via de gebrekkig werkende sms-service mijn eindtijd doorgekregen en is blij dat ik het er heelhuids vanaf heb gebracht.Moe maar zeer voldaan schrijf ik dit verslag. Eerst bijkomen en woensdag weer eens rustig gaan trainen. Aan een loopje denk ik nu nog niet, al zal er zondag best wel ergens wat gelopen gaan worden.