Dierkundeles (1)
Wedstrijdverslag
18 april 2011
Tijdens mijn zoektocht naar het begin van de atletiek in Schoonhoven las ik in het eerste clubblad ”van 3 januari 1946, “Blauw-Wit” , het sportblad van de Voetbal-en Athletiekvereniging “Schoonhoven” het volgende artikel, overgenomen uit “de Sprint” van Vires et Celeritas,een handbal en athletiekvereniging uit Gouda.Door Gerrit de Jong.Op de dierkunde-les (Athleten)De familie der athleetachtigen behoort tot de Zoogdieren.De goede soort noemt met “crack”, de slechte “kruk”. De athleet heeft aan iedere hoek een poot. Aan de onderste zitten punten; aan de bovenste nagels. Een vrouwtjesathleet heet áthlete”. De schil van een athleet heet trainingspak. Bij wedstrijden werpt hij deze af.Men onderscheidt 3 hoofdsoorten, nl. de lopers,de springer en de gooiers. De lopers zijn athleten die voor wedrennen zijn afgericht. De springers laat men -met en zonder lat- in een bak met zand springen. Een hordenloper is een kruising van de loop- en springachtigen. Zij lopen nooit alleen, maar altijd met horden. De gevaarlijkste gooiers noemt met kogelstoters. Die gooien ook met kogels, speerwerpers gooien met ijzer bepunte stokken en discuswerpers met verzwaarde sjoelbakschrijven.De lastigste soort noemt met “officials”. Zij zouden onder geen der bovengenoemde groepen onder te brengen zijn. Zij zijn niet te dresseren. Met voedt ze met erebaantjes en herinneringsspeldjes. Voor athleten, die niet zelf op gang kunnen komen, gebruikt men een pistool.Een africhter of dompteur noemt men een trainer. De gevaarlijkste ziekte voor een athleet is de Bond- en het KNAUzeer, hetgeen zeer en vaak ook ernstige gevolgen heeft.Tenslotte zij nog vermeld, dat alle athleten in een stamboek staan, waarin de reuklasse is vermeld.
Tijdens mijn zoektocht naar het begin van de atletiek in Schoonhoven las ik in het eerste clubblad ”van 3 januari 1946, “Blauw-Wit” , het sportblad van de Voetbal-en Athletiekvereniging “Schoonhoven” het volgende artikel, overgenomen uit “de Sprint” van Vires et Celeritas,een handbal en athletiekvereniging uit Gouda.Door Gerrit de Jong.Op de dierkunde-les (Athleten)De familie der athleetachtigen behoort tot de Zoogdieren.De goede soort noemt met “crack”, de slechte “kruk”. De athleet heeft aan iedere hoek een poot. Aan de onderste zitten punten; aan de bovenste nagels. Een vrouwtjesathleet heet áthlete”. De schil van een athleet heet trainingspak. Bij wedstrijden werpt hij deze af.Men onderscheidt 3 hoofdsoorten, nl. de lopers,de springer en de gooiers. De lopers zijn athleten die voor wedrennen zijn afgericht. De springers laat men -met en zonder lat- in een bak met zand springen. Een hordenloper is een kruising van de loop- en springachtigen. Zij lopen nooit alleen, maar altijd met horden. De gevaarlijkste gooiers noemt met kogelstoters. Die gooien ook met kogels, speerwerpers gooien met ijzer bepunte stokken en discuswerpers met verzwaarde sjoelbakschrijven.De lastigste soort noemt met “officials”. Zij zouden onder geen der bovengenoemde groepen onder te brengen zijn. Zij zijn niet te dresseren. Met voedt ze met erebaantjes en herinneringsspeldjes. Voor athleten, die niet zelf op gang kunnen komen, gebruikt men een pistool.Een africhter of dompteur noemt men een trainer. De gevaarlijkste ziekte voor een athleet is de Bond- en het KNAUzeer, hetgeen zeer en vaak ook ernstige gevolgen heeft.Tenslotte zij nog vermeld, dat alle athleten in een stamboek staan, waarin de reuklasse is vermeld.