Ideale haas voor Nijboer

Auteur: Pieter van der Laan

Schoonhovenaar Kees van der Heul was de perfecte gangmaker

SCHOONHOVEN - Kees van der Heul (61) behoorde in de jaren tachtig tot de marathontop van Nederland, maar een olympische limiet zat er niet in. Blessures voorkwamen een gestroomlijnde loopbaan in de wegatletiek. Bovendien werd hij op het toppunt van zijn carrière ingezet als gangmaker voor snellere kandidaten.
Zoals in 1980 in de marathon van Amsterdam. Bondscoach Wim Verhoorn verzocht de lange atleet van het Schoonhovense Avantri om de nationale troef Gerard Nijboer op sleeptouw te nemen. „Ik was de ideale haas” blikt Van der Heul terug. „Ik was even lang als Gerard, maakte dezelfde passen en was gewend om als een raket van start te gaan. Ik kon Nijboer op die maniervolledig uit de wind houden en naar een vlijmscherpe tijd loodsen. Hij liep met 2.09.01 zelfs een Nederlands marathonrecord en was me eeuwig dankbaar. Gek genoeg had ik onderweg het gevoel dat ik de olympische limiet van 2 uur en 14 minuten zelf ook had kunnen halen als ik me niet had moeten opofferen voor Nijboer: Maar dat was de afspraak en daar hield ik me aan."
Kees van der Heul stapte volgens plan na 25 kilometer uit en nam even rust in een EHBO-tent langs de kant van de weg. „Ik werd niet opgehaald door het busje, maar moest zelf maar zien hoe ik terug kwam bij de finish. Na tien minuten kreeg ik het koud en zag dameskampioen Marja Wokke voorbij stiefelen. Toen ben ik weer in de race gestapt en heb Marja zonder problemen naar de streep gebracht. Ook zij haalde haar vurig gewenste limiet Feitelijk ben ik op één marathon tweemaal haas geweest"

PIJNIGEN
Niet iedereen is geschikt als gangmaker. Je moet weliswaar een flink tempo aanhouden, maar je mag de achtervolgende groep niet te veel pijnigen voor een rappe eindsprint. Avantriaan Vincent Hoek was ooit voor de Fanny Blankers-Koen Games in Hengelo gevraagd om als haas te fungeren bij een recordpoging op de 800 meter, maar liep de boel in de soep en kreeg een woedende organisatie achter zich aan. Kees van der Heul had voldoende discipline om snelheden van 17 tot 19 kilometer per uur aan te houden. „Dat had ik geleerd van mijn trainer Kees Koppelaar. Die liet ons steeds tempo draaien op stukken van 1200 meter. Dat was een prima basis voor evenwichtige rondetijden."
Van der Heul was eigenlijk een man voor de korte afstanden. Als junior werd hij driemaal kampioen van Nederland op de 1500 meter. „Ik liep wedstrijden tegen latere olympiërs als Haico Scharn en Bram Wassenaar. We waren aan elkaar gewaagd. Ik kreeg echter steeds meer last van mijn spieren, omdat ik te veel van mijn lichaam eiste. Ik trainde soms urenlang op het stormbaantje van Avantri. Die ondergrond was echter niet geschikt voor een intensieve aanpak. Pezen en gewrichten kregen het flink te verduren. Toen genezing van de knie uitbleef, ben ik me op het duurwerk gaan richten. Dan loop je toch iets meer ontspannen."

TALENT
Dat de lange Schoonhovenaar ook op dit onderdeel talent had, bewees hij tijdens zijn eerste marathon in Sneek, waar hij met minimale training 2.21.44 liet afdrukken. Van der Heul had de smaak te pakken en mocht zich op Papendal melden bij de marathonselectie. Zijn eigen limietpoging ging op nogal onbenullige wijze de mist in. Tijdens een trainingsrondje in de buurt van Schoonhoven verzwikte hij een week voor de marathon van Tokio zijn enkel omdat hij plotseling moest uitwijken voor een auto. „Je kan een boek over mijn flaters schrijven," lacht hij zuinig. “Ik ben ook een keer in een sterke kopgroep fors op mijn hiel getrapt. Ik verkeerde in een bloedvorm, maar kon niet meer verder."

NARIGHEID VERGETEN
De nummer twee van de Twintig van Alphen 1980 in 1.01.34 liet nog eenmaal van zich spreken op de marathon. In Rotterdam eindigde Van der Heul in 1982 op de Coolsingel op de achtste plaats in de algehele uitslag en was daarmee de derde Nederlander. Achteraf kijk je een koe in z'n kont, maar de bescheiden atleet uit Schoonhoven had de kwaliteiten om ten minste eenmaal op de Olympische Spelen te kunnen uitkomen. „Dat blijft toch altijd hangen. Gelukkig kan ik met hardlopen m'n kop leegmaken. Zo kan je trouwens veel narigheid vergeten."

Zoeken



Website sponsors