Stoppen is geen optie
Ondanks divers lichamelijke ongemak 1) weerhoudt niets De Leeuw den Bouter ervan om te volleyballen en wedstrijden te fluiten. "Ik ga door tot het gaatje en blijf in training om mijn lichaam te kunnen onderhouden. Het piept en het kraakt af en toe, maar zolang ik het nog verantwoord vind om sport te bedrijven, berg ik mijn spullen nog niet op".
Sport staat heel zijn leven al centraal. De Schoonhovense zilversmid was een verdienstelijk turner, sterke tienkamper en modale tennisser. Die combinatie sloot naadloos aan bij zijn grootste passie: volleybal. Het draait in deze zaalsport immers om lenigheid, souplesse en een fijne motoriek. "Sommige keken bewonderend naar mijn lichaam", lacht hij. "Ik had destijds inderdaad een atletisch figuur, maar ik deed er ook alles aan om in optimale conditie diverse sporten te beoefenen".
Trappetje
Voor het scheidsrechtersvak hoeft hij overigens niet zoveel inspanningen te plegen. "Tegenwoordig klim je het trappetje op en zit je in een stoel vlak boven de rand van het net zodat je het spel goed kan volgen. Op de bok heet dat in volleybaltermen. Dat was vroeger wel anders. Volleybal speelde zich af in benauwde gymzaaltjes. Je moest oppassen dat de bok niet met de poten in het veld stond. Aanvallers zouden zich lelijk kunnen blesseren. De kleinste zaal in de Goudse regio bevond zich in de Dorpsstraat in Zevenhuizen. Daar moest je via het wandrek in een vastgemaakte stoel klimmen. Toeschouwers moesten snel hun benen optillen als een bal net binnen de lijnen werd geslagen".
De Leeuw den Bouter leidde talloze wedstrijden, maar vond het fluiten vooral een noodzakelijk kwaad. "Ik stond liever als speler in het veld. Clubs moesten toen al scheidsrechters leveren voor een neutraal competitieverloop. Ik maakte het met mijn aanmelding dus mogelijk dat anderen konden volleyballen. Met die wetenschap kon ik leven. Overigens heb ik nooit cursussen gevolgd om hogerop te komen. Hoger dan derde divisieniveau heb ik niet gefloten. Ik ben dit seizoen op eigen verzoek gedregradeerd naar de Goudse regio. Ik wil niet meer naar Veenendaal, Voorburg of Delft. Ik fluit straks louter thuiswedstrijden".
1) De gespierde spijker luidde de bijnaam van Henk de Leeuw den Bouter in de volleybalwereld. Dat zegt wel iets over zijn toenmalige fysieke gesteldheid. Zijn krachtige lichaamsbouw stond garant voor hoge sprongen en harde smashes met de linkerarm. Inmiddels is daar wel enige sleet in gekomen. Henk de Leeuw den Bouter heeft twee kunstheupen, een stoma en een defecte arm vanwege een peesblessure.