Schoonhovenaar (74) is al 42 jaar atletiektrainer
"Ik hoor bij het meubilair. Dan val je niet zo op. Maar ze waren me niet vergeten hoor." Lacht Ad Verhoeff, erelid van Avantri, na een korte inspectie van de fraaie kunststofbaan van de club. "Ik verwijder gras en mos met een flesje azijn. We gebruiken hier in principe geen chemische bestrijdingsmiddelen."
Verhoeff is zelf ook puur natuur. Een man die, zowel beroepsmatig als sportief steeds de longen volzoog met zuurstof. Postbode en sportman; een conditioneel perfecte combinatie. "Je krijgt mij niet in een bureaustoel of in een sportschool. Dan komen de muren op me af. Ik geniet van het buitenleven. Tegenwoordig op de racefiets, de ligfiets en de loopfiets. Achter het hardlopen heb ik twee jaar geleden noodgedwongen een punt moeten zetten vanwege een protesterende linkerenkel. Dat was best effe bijten. Ik liep immers al wedstrijdjes vanaf mijn negende. Die enkel heb ik nog een halfjaar in het gips laten zetten om te kijken of dat hielp maar tegen slijtage is niets bestand. Ik ga niet zitten kniezen. Er zijn nog genoeg sportieve activiteiten om de dagen door te komen."
Voor voetbal was hij duidelijk niet geschikt. "Bij vv Schoonhoven kreeg ik een keer een venijnige trap tegen mijn knie en was weken niet in staat om te lopen." Die afhankelijkheid zette mij aan het denken. Ik was sowieso een individualist. Atletiek, fietsen en schaatsen trokken mij meer aan. Kon je ook niet zo snel door toedoen van een ander geblesseerd raken. De keuze was dus snel gemaakt en ik ben nog steeds tevreden over die switch." Een echte topper was hij niet. Daarvoor had hij zich waarschijnlijk moeten specialiseren voor zijn favoriete onderdeel: de lange afstand. "Ik nam net zo graag deel aan sprintwedstrijden als aan een halve marathon. Een trainer zou me nu voor gek verklaren, maar daar stond je destijds niet bij stil. Je wilde gewoon meedoen en reisde het hele land af."
VUGHT
"Mijn record op de 10 kilometer heb ik 's avonds om half elf op de atletiekbaan van AV Prins Hendrik in Vught gelopen," vervolgt Verhoeff. "Na afloop van die wedstrijd meteen afgepeigerd naar huis, want de volgende ochtend liep om half vijf de wekker af en moest ik weer post bestellen." Inzet en vechtlust waren zijn wapens. "Ik was niet zo'n natuurtalent als Jan Zijderlaan, maar met knokken kan je ook heel ver komen. Ik vond het vooral leuk om mijn persoonlijke records te verbeteren. Tegenwoordig zie je een massaal aantal recreanten tijdena loopevenementen, maar veertig jaar geleden was er slechts een klein groepje wedstrijdlopers dat voor de prijzen streed. Daardoor ontstond er toch een gezond fanatisme. We duwden elkaar weleens uit de bocht tijdens een cross. Je wilde vooraan blijven of op die positie komen," lacht hij.
Verhoeff maakt zich tegenwoordig uiterst nuttig bij de onderhoudsploeg van Avantri, traint bovendien de meisjes C-junioren op de baan alsmede twee recreantenclubs in de zaal. Zijn kleinkinderen Finn (9) en Felline (6) hebben inmiddels de speciale aandacht van Ad Verhoeff. Ze zijn beide lid van een atletiekvereniging en delen derhalve de passie van hun opa.
OUDE STEMPEL
"Mijn mening is dat ze vooral lol moeten hebben in hun sport. Want sport is nu eenmaal belangrijk voor je gezondheid en functioneren. In feite zou elk kind voor zijn spierkracht en motoriek gymnastiek en atletiek moeten gaan beoefenen. Maar ja: ik ben natuurlijk wél van de oude stempel," geeft Verhoeff aan.