Mijn debuut


Wedstrijdverslag

17 oktober 2021
2871 GG Schoonhoven


Een luid applaus en gejoel stijgt op in het stadion. Zojuist is het startschot gegeven van de 45e marathon van Amsterdam. Voor velen de eerste na een lange tijd van wachten, voor sommigen de eerste ooit. Misschien wil ik al wel twintig jaar een marathon lopen. Die van Rotterdam uiteraard, maar door verschillende omstandigheden ben ik vandaag, hier in Amsterdam beland voor mijn debuut. Snel neem ik nog mijn laatste gelletje en begeef ik me naar mijn startvak.

Maanden, wat heet, bijna twee jaar heb ik hier naartoe geleefd. Van een hoopje ellende in oktober 2019, ben ik al wandelend en schaatsend met een redelijke conditie het voorjaar van 2020 in gerend. Het enthousiasme van mijn loopmaatje Pieter Verhoek werkte aanstekelijk en samen liepen we steeds langere duurlopen. In augustus van dat jaar liep ik tijdens de vakantie mijn eerste 30 kilometer solo rondom de Millstätter See in Oostenrijk.

Begin september mocht onverwachts de Najaarsloop van Avantri gelopen worden. Onder speciale omstandigheden en dito maatregelen werd ik gekoppeld aan Arie Visser. Achter zijn brede rug, schuilend voor de wind, liep ik naar een tijd onder de drie kwartier. De conditie bleek goed, maar de snelheid gewoonweg te laag. Eigenlijk zou ik weer lid van Avantri moeten worden, maar ja het schaatsseizoen stond op het punt van beginnen.

De entourage is prachtig, het parcours beloofd nog meer van dit alles. Vanuit het Olympisch Stadion, langs de vlaggenparade, lopen we richting het Vondelpark. Ondanks de vroege aanvangstijd zijn er al veel mensen op de been om ons als helden toe te juichen. Kippenvel. Het Vondelpark is veel groter dan ik dacht. De boog bij het 40 kilometer punt komt al snel, maar daarna is het nog een heel stuk voor we het Vondelpark uitlopen richting het Rijksmuseum.

Ondanks de vele restricties konden we de gehele winter terecht op de ijsbaan in Den Haag. Naast het nieuwe materiaal, bleken de vele looptrainingen en skeeleravonden vruchten afgeworpen te hebben. Man, wat een heerlijk schaatsseizoen! Zo sterk had ik mij twintig jaar niet gevoeld. Helaas mochten er geen wedstrijden verreden worden, want wat had ik mij graag willen testen. Kers op de taart was natuurlijk de week natuurijs in februari.

Eind maart stond de Last Men Standing op het programma. Corona brengt ook nieuwe en inventieve loopevenementen voort, zo blijkt. Uiteraard met te weinig loopkilometers in de benen begonnen aan dit avontuur. Vanaf 05:00uur ’s morgens, klokslag ieder uur een ronde van 6,7km vanuit huis lopen en dat zo vaak mogelijk zien vol te houden. Na 8 ronden was het voor mij welletjes, maar wat een prachtig evenement!

De kilometers rijgen zich met groot gemak aaneen. De eerste tien zitten er al weer op en de grootste moeite heb ik eigenlijk met mijzelf in te houden. Op de Amsteldijk lopen we tegen de wind in richting Ouderkerk a/d Amstel. Ik verschuil mij achter een ieder die voor mij loopt om energie te sparen. Bij het 15km punt kom ik erachter dat mijn Garmin behoorlijk afwijkt van de officiële kilometers. Vijf kilometer later blijkt dat ik een kleine 25 minuten over die 5km heb gelopen. Prima op schema dus en dat nog steeds op reserve. Wat voel ik mij goed. Twee honderd meter later lig ik opeens gestrekt op straat. Til je poten dan toch ook eens op idioot! Ik krabbel op en hoor 50 meter verder opeens Bert van Buren en kleine Suus langs de kant mijn naam roepen, dat is toch wel heel gaaf!

Eind april loop ik tijdens een training zomaar een dijk van een halve marathon. Wat zou ik dan op een marathon kunnen lopen, is mijn eerste gedachte. Na nog een acht weken schema voor een snelle tien afgewerkt te hebben, besluit ik in juni om lid te worden van Avantri èn mijzelf in te schrijven voor de marathon. Het is niet anders, het wordt Amsterdam. Rotterdam is volgeboekt en al twee edities doorgeschoven. De trainingen op maandag bij Alexandra van Lingen en op woensdag bij Vincent Hoek en Ad Verhoeff zijn gezellig en ik leer veel. Loopscholing uiteraard, maar ook veel tips over de marathon.

Halverwege! De halve loop ik bij benadering, rond een uur en drie kwartier. Mijn Garmin geeft 1:43 aan, maar inmiddels weet ik al dat die tijd niet klopt. Vooraf hoopte ik een tijd te lopen tussen de 3:30 en 3:45. Ik heb mijzelf voorgenomen om pas na het 30km punt alle remmen los te gooien, dus mijn gedachten gaan zelfs stiekem uit naar een tijd onder de 3:30. Wat een heerlijke gedachte. Zou ik dat echt kunnen? Rustig aan Rob, we zijn pas net over de helft.

Na lang rondvragen en zoeken komt er eind juli een twaalf weken schema op mijn pad. Een mooi basisschema om de trainingsopbouw naar de marathon meer vorm te geven. De afkortingen en andere gebruikte kreten bij bevriende Strava gebruikers werden mij zodoende ook opeens duidelijk. Ik besluit om twee keer per week de interval trainingen bij Avantri mee te doen en daarnaast een rustige training op vrijdag en een lange duurloop in het weekend af te werken. Minstens vier keer in de week trainen, laten we dat eerst maar eens thuis overleggen…

Terug voor de wind over de Ouderkerkerdijk is een feestje. Als we onder de Ring A10 doorlopen komt het 25 km punt vlot dichterbij. Om mij heen beginnen de eerste lopers te sneuvelen. De man met de hamer, wie kent hem niet. Ik voel mij nog altijd zo sterk als een beer en denk enkel dat gaat mij niet gebeuren. We lopen de dijk af terug de bewoonde wereld in. De sfeer langs het parcours wordt opzwepend. Wat een berg mensen staan er langs de route in Amsterdam

De vakantieperiode kom ik goed door. Van de drie weken in Oostenrijk maak ik een heus trainingskamp, waarbij biken en hardlopen elkaar afwisselen. Dit jaar loop ik zelfs twee keer de Millstätter See rond. Tijdens de eerste omloop krijg ik nog te maken met hongerklop, maar de tweede keer een week later, kan ik zelfs op het tot dan beoogde marathontempo afronden en dat ondanks alle hoogtemeters. Tijd om mijn doel bij te stellen. Bij thuiskomst medio augustus staat de eerste training met de marathon loopgroep op het programma. Mijn derde weekend achtereen met een lange duurloop van 30km. Niet slim. Pijntjes in mijn achillespees en rechter bovenbeen. Tijd voor een herstelweek.

Ondanks de licht aanhoudende gevoelige spieren en pezen intensiveer ik de trainingsarbeid. Wat vaker pak ik tussendoor ook nog een fietsritje erbij. Inmiddels heb ik mij ingeschreven voor een halve marathon, dus het schema moet gehandhaafd blijven. Ik ben toe aan rust, maar het is nog maar een maand volhouden tot de marathon hou ik mijzelf voor. Eind september loop ik de halve van Barendrecht in een verdienstelijke tijd van 1:36. De hitte maakt de laatste vijf kilometer ongelofelijk zwaar, maar ik weet het verlies te beperken. De week erna blijkt dat het vervelende spiertje in mijn bovenbeen ook pijn is gaan doen. Een lichte blessure. Mijn schema schrijft een week later nog maar één lange duurloop voor. Ik besluit die alsnog te doen in de stromende regen.

De twee weken hierna staan in het teken van herstel. Het schema schrijft dit ook voor, maar zelf zou ik het ook niet anders hebben kunnen doen. Ik ben snotverkouden, grieperig zelfs en voel mijn rechter bovenbeen bij iedere stap. Sukkel, dat je er bent, heb je jezelf toch weer niet onder controle weten te houden. Veel rust, fysiotherapie en een sportmassage van Natasja Roest bieden verlichting. Hoop reikt aan de horizon. Pas een paar dagen voor de marathon begint de verkoudheid af te nemen. Twee dagen vooraf besluit ik het toch maar gewoon te proberen.

Bij km 28 begin ik hem opeens te voelen, daar is ie weer! Mijn bovenbeen blessure. Ik weet dit redelijk op te vangen door anders te gaan lopen. Dat had ik immers al ontdekt begin oktober. Bij het 30 kilometer punt lijkt er qua tijd geen vuiltje aan de lucht. Toch besluit ik om heel even de tijd te nemen om bij de verzorgingspost goed te drinken en een extra gelletje te nemen. Misschien is het slechts de vochthuishouding en kom ik er doorheen. Echt vermoeid ben ik niet, de conditie is goed. Langs de kant ervaar ik wederom Bert met Suus. Wat een held. Hij reikt me nog een bidon aan met snelle suikers. Voor de vorm en uit beleefdheid neem ik de bidon aan, maar ik zit eigenlijk nog vol van zojuist. In mijn poging de bidon te openen sneuveld de dop ook nog eens. Sorry Bert!

Net voor het 35 kilometer punt is er geen houden meer aan. Door het anders lopen, begint mijn linkerbeen ook pijn te doen en beginnen de heffers van mijn bovenbenen, bij mijn liezen, te verkrampen. Shit. Toch maar weer wandelen dan en veel drinken bij de verzorgingspost. Spieren rekken en weer door. Het publiek maant mij weer tot doorlopen, maar iedere keer opnieuw aanzetten gaat zo’n zeer doen. Hou ik dit nog wel vol. Waar blijft dat Vondelpark! Iedere brug en viaduct is inmiddels wandelen geworden. Ik kom er gewoonweg niet meer hardlopend overheen. De Mount Everest is er niets bij. Het Vondelpark, nog maar 3 km. Weer kramp, man wat baal ik hiervan. Uiteindelijk kan ik niet echt meer genieten als ik het Olympisch Stadion binnen strompel. Eindtijd 3:41:52. Ik moet trots zijn, want dit is waar ik vooraf voor had getekend, maar gevoelsmatig komt dit pas een paar uur later. Wat een traject heb ik afgelegd de laatste twee jaar!

Om half zeven loopt mijn wekker af. Wat heb ik heerlijk geslapen in dit bed op mijn logeeradres in Amsterdam. Eerst maar eens een stevig ontbijt. Hé, merk ik opeens, de verkoudheid is weg. Beter! Na het douchen en omkleden realiseer ik mij ook dat ik mijn blessure helemaal niet meer voel. Zou het dan toch echt allemaal precies op het juiste moment goed gekomen zijn? Enthousiast pak ik mijn tas en begeef ik mij naar de tram. Benieuwd, naar wat vandaag gaat brengen.

Zoeken



Website sponsors