WATERDRAGER

We vliegen. Hoe hard gaat het ? Het landschap dat langs ons heen schiet is een langgerekte ansichtkaart. Groene dalen, bomen dicht op elkaar, een riviertje en glooiende weilanden. “Zo ver mogelijk door de bocht heen kijken”, leerde kameraad Fred mij bij afdalingen. Langs de steile rotswanden van de col de Wanne bij Stavelot hoor ik de weerkaatsing van mijn derailleur. De ketting van de hondstrouwe Bianchi snort lustig. Het dringt tot mij door dat de afdaling hier niet ongevaarlijk is. Er ligt steengruis en de meeste Belgische wegen door het fraaie heuvellandschap liggen er hetzelfde bij als een landweg in Afghanistan. Wanneer we vervolgens beginnen aan de klim van de col de Amermont valt het pas op hoe warm het is. Ik heb mijn wielershirt wagenwijd open. Zweet sproeit onder de fietshelm langs de slapen. Waarom rijdt een renner in het achterwiel van een ander makkelijker, terwijl de aanzuigende werking bergop verwaarloosbaar is ? Waarom kunnen veel renners die in een beklimming zijn gelost, in een afdaling weer aansluiten in de groep voor hen ? Hoe is het mogelijk dat een uitgeputte renner altijd pas een meter na de finish van een bergrit van zijn fiets valt en nooit een meter voor de finish ? Ik moet toch de bestseller ‘Mysterieuze Krachten in de Sport” van journalist Joris van den Bergh eens gaan lezen. Wil graag eens nadere uitleg over mentale en psychische veerkracht, kopmannen en waterdragers, moraal, zelfvertrouwen, vorm en motivatie. En wat te denken van goede benen ! Kameraad Ruud ontpopt zich als een fantastische waterdrager. Bidons geven we aan elkaar door. Liters gaan er door heen. Als we in de buurt van Spa komen zijn we het erover eens dat men daar toch in ieder geval genoeg water in voorraad zal hebben. Langs de kant van de weg trekt een toeschouwer een blikje drinken open : ssssppplllljjjjjjjssssss !! In gedachten klok ik de inhoud mee naar binnen. De wegen zijn moordend heet op deze eerste pinksterdag in de fraaie Ardennen. We zitten op de helft van de georganiseerde toertocht Tilff – Bastogne – Tillf en de thermometer geeft 33 graden aan. Plotsklaps breekt er een fiks onweer los. Mark en Ruud waren in de vroege ochtend al zo slim om een flinterdun regenjack mee te nemen. Het was voorspeld. Binnen een paar minuten regent het behoorlijk. Vriendelijke Nederlanders langs het parcours bieden mij een knalroze plastic poncho aan. Deze sla ik zo goed als mogelijk om mij heen en vervolg mijn weg door steeds donker en onheilspellend wordend Wallonie. Volgens Mark heb ik wel wat weg van een fietsende zuurstok.

 

De weg omhoog is voor iedere renner hetzelfde, maar de man of vrouw op de fiets kent alleen het verhaal van zijn eigen rit. Hij ziet af, schakelt, gaat op de pedalen staan, eet, drinkt, versnelt, moet lossen, schakelt weer, danst op de pedalen en komt boven. Het drama van een beklimming balt zich samen bovenop de col. Vreugde, verdriet, pijn, teleurstelling, eenzaamheid en uiteindelijk opluchting. (Uit bloemlezing ‘de Verlichting’ september 2003) Totaal 35 kilometer klimmen tijdens Tilff – Bastogne – Tilff. Gemiddeld stijgingspercentage 10%

 

Wanneer we 4 weken later aan de start staan van de triatlon van Didam hebben we vanaf de start te maken met buiige neerslag. In hectoliters komt het naar beneden als we de Nevelhorst induiken voor de 1000 meter zwemmen. Ik heb een hekel aan een mals en mild buitje. Regengordijnen wil ik ! Loodrecht, genadeloos en hard. Bij het verlaten van het water voor de 40 kilometer fietsen door de prachtige Achterhoek word ik op mijn wenken bediend. De flinke neerslag zorgt er voor dat het traject niet ongevaarlijk is. Toch bereiken we duivelse snelheden met onze tweewieler. In geen tijden een tijdrit van 40 kilometer zo goed afgelegd. Snelheden tegen de 40km per uur. Het komt mede door de goede organisatie, het grotendeels autovrije parcours en de rechte wegen. Het afsluitende looponderdeel vindt plaats op een veelal onverharde ondergrond. Doordat het blijft regenen is het loopparcours veranderd in een soort van najaarscross. In de winter erg prettig, nu ontbreken echter de spikes, waardoor de triatlon in een glibber – en glijpartij eindigt. Door de regen, het bezwete lijf en het niet afplakken zijn de tepels beschadigd. Inmiddels sta ik op de nominatie voor een donortepel……………    

 

 

Het vooraf omstreden WK voetbal zit er inmiddels alweer een maand op. Gehouden in een land waar 80% van de bevolking aan de bedelstaf ligt. Daarvan leeft de helft in huizen die zijn opgetrokken uit pallets en golfkarton. 5% van de Brazilianen leeft in absurde rijkdom, 15% op modaal niveau. In het onveilige Zuid Amerikaanse land zijn de criminaliteitscijfers enorm. De stad Salvador is de meest criminele stad ter wereld met misdaadcijfers die je doen duizelen. De verhalen zijn bekend van voetbalfans vanuit alle windstreken die bij aankomst in no time hun bezittingen kwijt waren. Op elke straathoek staat politie en beveiliging. Naar verluidt hebben zelfs de minibars, die in grote getale op de prachtige stranden staan opgesteld, een eigen portier. En ook alle politieagenten hebben weer een eigen bewaker. Zelf was ik de afgelopen weken een fan van Costa Rica. In de groepswedstrijden speelden de dappere Costa Ricanen prachtig aanvallend voetbal en speelden o.a. Urugay van de mat. Terstond heb ik mij verdiept in het kleine Midden Amerikaanse landje waar slechts 4 miljoen mensen wonen. En wat blijkt ? In Costa Rica wonen heel veel boeren en zo’ n ongeveer 3000 (!) onbekende diersoorten. Van die ‘onbekende’ diersoorten zijn de meest ‘bekende’ : de schuimbekkikker, de roodnek reiger, de scheefsnavel pinguin, de loopneus lepelaar en de snuifsnuit Tapir. Die laatste heeft zijn naam te danken aan zijn enorme reukapparaat die regelmatig verstopt schijn te zijn. In Costa Rica, waar een overschot is aan koffiebonen, gebruiken ze in de dierentuinen Senseo als neusontstopper. Van het WK blijft mij de wedstrijd van Nederland tegen Argentinie het meest hangen. Sinds de finale in ’78 heb ik iets tegen Argentijnen. De finale die “we” onder het bewind van Videla nooit konden winnen. Maar Mario Kempes is nu Lionel Messi, AlbertoTarantini is nu Angel Di Maria en Daniel Passarella is nu Javier Mascerano. En Johan Neeskens is nu Nigel de Jong, Ruud Krol is nu Stefan de Vrij en Johnny Rep is nu Klaas Jan Huntelaar. Nigel de Jong ontpopt zich als een super waterdrager op het middenveld, maar net als in ’78 kunnen we niet winnen van de niet bijster goede maar wel degelijke Argentijnen. Gelukkig word ik dezelfde avond verblijd met blijde berichtgevingen over de wereldkampioenschappen komkommer happen, dat over 4 jaar tijdens het WK in Rusland (??) ook mannen een Bavaria jurkje zullen dragen – daar zal Poetin blij mee zijn – en dat dopingcontrole naar verluidt volgend jaar bij het Eurovisie Songfestival zal plaatsvinden nu er vrouwen meedoen met een baard…………………..!  

 

…….De foto op de voorpagina gaat de hele wereld over. Spelende kinderen in de snikhete verwoeste straten van Aleppo. De stad ligt bijna volledig in puin na de vele clusterbommen van Assad. Ik staar minutenlang naar de foto. Kinderen zwemmen in een enorm krater middenin een woonwijk. De krater is het gevolg van een clustervat vol explosieven, gedropt door het Syrische leger. 1 kind is de waterdrager en draagt volle emmers naar de krater om dit ‘mini zwembad’ nog voller te laten lopen. Rondom de spelende kinderen heen ligt alleen maar puin, stenen en ingestorte huizen. Een bomkrater als zwembad. Wanhoop, oorlogsellende, maar ook plezier en hoop samengevat in 1 opname. Een paar honderd kilometer verderop in Gaza stad zullen er vast ook spelende kinderen zijn in een door zinloze oorlog volledig verwoeste stad. “Niemand heeft gelijk, niemand heeft vrede” zong Frank Boeijen in ’87 in 1 van zijn meesterwerken. De term ‘waterdrager’ krijgt door de krantenfoto opeens een heel andere betekenis. “Zomervakantie in Aleppo” bedenk ik somber als titel boven de foto.

 

Albert de Kluijver

  

Tekst..

 

 

Zoeken



Website sponsors